menu

Da Ya Think I’m Sexy? - Rod Stewart 76 jaar

Aanstaande zondag viert Sir Roderick David Stewart zijn 76ste verjaardag. Niet dat je daar iets van merkt, want hij rockt en croont er nog lekker op los. In november 2019 nam hij, samen met het Royal Philharmonic Orchestra songs op voor zijn album ‘You’re in My Heart’ dat nieuwe versies van hits als ‘Maggie May’ and ‘It Takes Two’, samen met Robbie Williams, bevat.  

Da Ya Think I’m Sexy? - Rod Stewart  - Jongbelegen.nl

Jeugd

Rod werd tijdens het eind van de Tweede Wereldoorlog op 10 januari 1945 geboren in de Londense wijk Highgate. Zijn vader was Schots, zijn moeder Engels. Als jongste van vijf kinderen werd hij, naar eigen zeggen, flink verwend en hij noemde zijn jeugd dan ook eens ‘fantastically happy’. Hij was gek op modeltreinen en schijnt die hobby nog steeds te hebben. Op school was hij geen uitblinker, maar op het voetbalveld viel hij wel op. Hij was atletisch en een agressief aanvaller en werd al snel aanvoerder van het schoolvoetbalteam. Rod verliet op zijn vijftiende de schoolbanken en werkte een tijdje als zeefdrukker. Aangespoord door zijn vader, wilde hij profvoetballer worden en in de zomer van 1960 deed hij onsuccesvolle een test bij de Brentford F.C., toen een club in de Engelse Derde Divisie. Hij is een belangrijke supporter van de Schotse club Celtic F.C.  

Eerste muziek

Die grote voetbalcarrière kwam er dus nooit, die in de muziek des te meer. De familie Stewart was gek op Al Jolson en kocht veel platen van deze Amerikaanse zanger. Rod zong samen met zijn ouders nummers van Jolson te zingen. Met rock ‘n roll kwam hij voor het eerst in aanraking toen hij Little Richard ‘The Girl Can’t Help It’ hoorde en toen hij een concert van Bill Haley & His Comets bezocht. In 1959 kocht zijn vader een gitaar voor hem. Het eerste liedje dat hij kon spelen was de folksong ‘It Takes a Worried Man to Sing a Worried Song’. En het eerste plaatje dat hij kocht was Eddie Cochran’s ‘C’mon Everybody’. In 1960 vormde hij samen met vrienden een skifflebandje dat zij Kool Kats noemden. Het begin van een lange, lange muziekcarrière.  

Rod The Mod

In 1962 ontmoette Stewart de straatmuzikant Wizz Jones. Hij leerde de toen erg populaire mondharmonica spelen en samen met Jones ontwikkelde hij een act. Ze traden op in de kustplaats Brighton, dan in Parijs (slapend onder de bruggen over Seine) en tenslotte in Barcelona. In 1963 werd hij wegens landloperij opgepakt en Spanje uitgezet. Terug in Londen adopteerde hij de stijl van de Mods, een subcultuur die zich vooral focuste op muziek en mode. Om zijn haar piekerig te maken, zijn handelsmerk, gebruikte hij suikerwater en haarlak van zijn zus. Zijn uiterlijk bezorgde hem de bijnaam Rod The Mod. Hij sloot zich aan bij de groep Jimmy Powell & the Five Dimensions. Dit was zijn eerste echte baan in de muziek. De groep speelde vaak in de toen hotte Studio 51, waar ook The Rolling Stones vaak optraden. Uiteindelijk kregen Rod en Jimmy Powell ruzie over de rollen binnen de groep en Rod verliet de band.  

The Steampacket

In 1964 hoorde een man die veel voor zijn toekomst zou gaan betekenen, Long John Baldry, Rod spelen op een treinstation. Hij herkende onmiddellijk Stewart’s talenten en ontfermde zich over hem. Dat leidde uiteindelijk tot de samenstelling van een van de eerste supergroepen, The Steampacket. Naast Baldry en Stewart speelden hier o.a in mee Brian Auger en Julie Driscoll. In 1965 toerde de band met The Rolling Stones en The Walker Brothers, maar kon geen platen opnemen aangezien alle bandleden onder contract stonden bij verschillende platenmaatschappijen.  

De Faces en solo

Na een korte tijd zanger geweest te zijn in de Jeff Beck Group, kreeg Rod in 1968 een solo platencontract aangeboden door Mercury Records. Door allerlei juridische complicaties kon hij pas acht maanden later zijn eerste soloplaat opnemen. In de tussentijd en ook na het verschijnen van zijn eerste plaat was hij samen met o.a. Ronnie Lane en Ron Wood lid van de succesvolle band de Faces. ‘An Old Raincoar Will Never Let You Down’ was Rod’s eerste soloplaat.  

Beroemd

Met het verschijnen van zijn tweede soloplaat ‘Every Picture Tells A Story’ werd Rod Stewart echt beroemd. Het album en de single ‘Maggy May’ stonden wekenlang nummer 1 in het Verenigd Koninkrijk, Amerika, Canada en Australië. In de tussentijd was hij nog steeds lid van de Faces en nam platen met hen. Maar binnen de groep ontstond spanning door het feit dat Rod het solo beter deed dan de Faces en in 1975 verliet hij de band.  

Te veel

Het leven en de carrière van Rod Stewart zitten té vol met opmerkelijke feiten om hier allemaal op te noemen. Hij bracht 31 studioalbums uit, deed 32 grote tours, was driemaal getrouwd, kreeg acht kinderen, stond een duizelingwekkend aantal keren in de hitlijsten, behoort tot de tien rijkste mensen in de Engelse muziekindustrie en is ontelbare malen onderwerp geweest van verhalen in de schandaalblaadjes, waarbij het meestal ging over drugs en vrouwen. Een van zijn uitspraken in een interview over zijn verschillende break-ups en dure scheidingen: ‘In plaats van opnieuw te gaan trouwen, zoek ik een vrouw die ik niet mag en geef haar gewoon een huis’…  

Luister hier nog eens naar Da Ya Think I’m Sexy?

Foto: Paul Bergen

Bekijk meer fantastische muziekfoto's op www.paulbergen.nl

januari 2021
Wim van der Oest
Kan lezen en schrijven met woorden. Vier decennialang tekstschrijver en auteur. Enthousiast medeoprichter van Jongbelegen. Waarom? Omdat hij online maar bar weinig magazines kon vinden die niét tuttig en ouderwets zijn.

Goed stuk

Deel dit artikel: