menu

Té Rapid

Het was rond 1981. Hoe Toon zijn vader zover had gekregen wisten ze niet. Diens pertinente weigering om de vrienden in zijn nieuwe auto naar een popfestival te brengen, was ontaard in een vader-zoon ruzie waar de ramen bol van stonden. Ze waren stilletjes afgedropen; dan maar met openbaar vervoer. Maar de volgende ochtend belde Toon door dat zijn vader de Skoda Rapid Coupé uit de garage had gereden en er een doekje overheen had gehaald. Als ze zich zouden gedragen, zou hij ze wegbrengen. 

Té Rapid - Skoda type 130 - Jongbelegen.nu

Jolig 
Op het afgesproken tijdstip reutelde de oranje Skoda type 130 voor de deur. Achter het stuur een magere man met een grauw gelaat, waarvan de snor het opvallendste kenmerk was. Het was een snor die voldeed aan alle ambtenaren-richtlijnen, als die er zouden zijn. De vader van Toon maakte een nerveuze indruk. Het ging meteen mis toen Toon de passagiersstoel omhoog wilde klappen en de hendel niet loskreeg. Wist hij veel, de auto was net nieuw. Vader stapte geërgerd uit. Ook hij rukte vergeefs aan de hendel. Hij dirigeerde de jongens naar de andere kant. Daar klapte de stoel wel moeiteloos omhoog en ze vouwden hun lange lijven op de achterbank. Het was krap met z'n drieën en ze zaten met hun kruinen tegen het dak, maar ze waren de vader van Toon dankbaar. Na een half uur werden ze jolig. Toon zat achterom gedraaid en was op dreef. Terwijl de jongens van de ene lachstuip in de andere schoten, kon er bij vader geen lachje vanaf. Met beide vuisten om het dikke stuur geklemd reed hij ruim onder de maximumsnelheid over de provinciale weg. Hij zat rechtop, zijn rug raakte de leuning niet. Hij ergerde zich zichtbaar aan de luidruchtige pubers, die zich nu ook met de auto gingen bemoeien. Of ie hem nog aan het inrijden was. Hoe hard of ie kon. Of ie Marx las, die Oostblok-kar. 

Ketters 
Ze naderden een tweebaans rijksweg, waarop ze linksaf moesten. Het was zo druk dat ze al een paar minuten stil stonden om over te steken. Achter de Skoda waren andere auto ́s aangesloten. Telkens dachten de jongens dat de vader ging invoegen als er een gaatje viel in de verkeersstroom. Hij gaf dan veel gas, maar liet de koppeling niet opkomen. De goede man was van ‘gristelijke’ huize dus een vloek zou hem niet ontsnappen, maar diep van binnen verbrandde hij de ketters die hem geen ruimte lieten om in te voegen. ‘Links kan ie, vader,’ riep Toon voor de derde keer. ‘Rechts ook, meneer!’ hielpen de jongens van de achterbank. Vader gaf weer gas, maar besloot toch dat het niet kon. 

Razenij 
Er klonk getoeter, men werd ongeduldig. Het zweet parelde op het bleke voorhoofd. ́Vooruit vader, straks missen we nog de slotact! ́ Toon bedoelde het grappig, maar zijn vader ontstak in razernij, zijn snor stond scheef en zijn stem beefde: ‘Je ziet toch dat het niet kan! Jaag me niet op, anders kun je naar huis lopen, jullie alle vier!’ Even waren de jongens stil. Het getoeter werd meerstemmig. Vaders vuisten hadden witte knokkels. Achterin gierde de motor, klaar om weg te schieten. Links was het al een tijdje vrij en in de stroom van rechts tekende zich eindelijk een groot gat af. Dat zagen ze allemaal. Ook vader. ́Deze pak ik, ́ riep hij strijdbaar en liet de koppeling erin klappen. De Skoda schoot weg en boorde zich in de achterkant van de laatste passerende auto. Het was niets, de jongens waren niet eens geschrokken, alleen verbijsterd. Maar de verslagenheid van de vader die naar de verfrommelde motorkap staarde was zo enorm, dat ze het lachen tot later uitstelden. 

april 2020

Goed stuk

Deel dit artikel: